Zo schrijf je een goede webtekst

Bezoekers op een website scannen informatie razendsnel en beoordelen in rap tempo of teksten de moeite waard zijn. Hetzelfde geldt voor zoekmachines. Hoe beter een webtekst aansluit op een bepaalde zoekopdracht des te hoger de score in de resultatenlijst.

De doelgroep staat centraal

Het schrijven van een blog of webtekst vraagt een speciale schrijfstijl. Dus eenvoudige taal, korte zinnen en aansprekende tussenkoppen. Bij het schrijven van de tekst staat de doelgroep centraal. Daarnaast moet de tekst goed vindbaar zijn in de zoekmachines (SEO). Je doelgroep moet de tekst immers kunnen vinden.

Zoekwoorden bepalen

De eerste stap naar een goede webtekst begint bij het uitvoeren van een zoekwoordenanalyse. Een goede webtekst is namelijk opgebouwd rondom één tot drie zorgvuldig uitgekozen zoekwoorden. Gebruik hiervoor een keyword-tool, zoals die van Google Adwords, om te achterhalen welke woorden interessant zijn voor jouw boodschap. Dit geldt net zo goed voor corporate teksten als wanneer je met storytelling aan de slag gaat.

Wat wil je met je tekst bereiken?

Bepaal vooraf wat het doel is van jouw tekst. Wil je de lezer alleen informeren? Of wil je de bezoeker aanzetten tot de aankoop van een product? Gebruik een duidelijke call to action als je wil dat een lezer je product afneemt. Hetzelfde geldt voor het opnemen van contact.

Zo schrijf je een goede webtekst

• Gebruik één tot drie zoekwoorden als bouwstenen voor je webtekst.
• Formuleer korte zinnen (maximaal 12 woorden).
• Schrijf actief; vermijd zullen en worden.
• Houd alinea’s kort (ca. 4 à 5 schermregels per alinea).
• De tekst moet links uitgelijnd staan (voor de fijnproevers: Engelse regelval).
• Houd je bij de kern. Wat wil je zeggen?
• Gebruik (html)tussenkoppen (h1, h2, h3) die hoog scoren in de zoekmachines.
• Gebruik eenvoudige (spreek)taal; maak het niet te technisch en ingewikkeld.
• Beperk gebruik van vet- en schuingedrukte tekst.
• Gebruik geen onderstreping, anders lijkt het een link.
• Gebruik leestekens doeltreffend.
• Spreek de lezer direct aan, dat maakt de informatie persoonlijker.
• Spreek bezoekers consequent aan, maak een keuze voor u of je.
• Schrijf afkortingen op de pagina minstens één keer per pagina voluit. Je weet namelijk niet via welke weg een bezoeker op de pagina komt en welke kennis hij al heeft.
• Geef (altijd) aan waar mensen terechtkunnen voor meer informatie.
• Een e-mailadres kun je het best voluit schrijven, aangezien niet iedereen de koppeling met Outlook kan maken.

Succes met het schrijfwerk!